Dictee: uu of u?

Luister naar het fragment.

Schrijf de woorden op.

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.



De antwoorden staan onder de muur.

Antwoorden:

  1. munt
  2. rug
  3. mug
  4. bus
  5. muur
  6. vuur
  7. nu
  8. zucht
  9. buur
  10. vlug

Luister naar het fragment. Schrijf de woorden op.
Dit zijn langere woorden: denk aan de spellingsregels!

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.

De antwoorden staan onder de muur.


Antwoorden:

  1. duren
  2. plukken
  3. geluk
  4. sturen
  5. buren
  6. vullen
  7. vuren
  8. ruggen
  9. bukken
  10. kuren

Voltooi en ga verder